(dynamische druk) (aëromech.), grootste druktoename, welke in een strooming kan optreden. Zij komt voor op de stuwpunten, zijnde de plaatsen, waar de strooming door stuwing tot stilstand wordt gebracht. In een strooming is op alle punten de som van den barometrischen of statischen druk en den stuwdruk even groot. De s. bedraagt q = ½ gv2, waarin q de stuwdruk, q de dichtheid en v de snelheid van de ongestoorde strooming voorstelt.
Zie ook → Stuwdrukmeter. Koppert.