is het glad afpleisteren van plafonds; hiertoe wordt tegen het ruwe oppervlak van een aan de plafondtengels opgehangen rietlaag de zgn. grondlaag van 1 deel steenkalk en 3 deelen rivierzand met kracht aangebracht en glad afgestreken. Na droging hiervan volgt de opperlaag van 1 deel gips, 1½ deel stuifkalk en 1 deel water, te voorzien van geprofileerde plafondranden en ornamenten. Bij de vroegere rijk geornamenteerde plafonds vereischte dit veel vakkennis van den stucadoor.
Bij eersteklas-werk en geschilderde plafonds beplakt men deze met linnen en brengt hierover een tweede opperlaag, resp. verflaag, aan.