of thoepa, oorspr. aanduiding voor graf of verbrandingsplaats, ontwikkeld uit de vroegere aardophooging (tumulus) daarboven, later voor relieken of voorwerpen van Boeddha of andere heiligen of van een belangrijke plaats uit hun leven. Oudste vorm is de halve bol, waarop een omheind terras met meervoudig scherm; om den halven bol bevindt zich een ➝ pradaksjina-pad, omsloten door een steenen balustrade, waarin één tot vier poorten. Later kwam er een onderbouw onder en weer later een tusschenstuk tusschen beide in. Verdere ontwikkeling in Indo-China, op Ceylon en Java.
De halve bol werd tot klokvorm; meerdere terrassen en trappen kwamen erbij. ➝ Boroboedoer.