Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boeddha

betekenis & definitie

Boeddha - (Sanskrit, = de ontwaakte), bijnaam van Gautama of Siddharta, van het geslacht der Sjakya’s, stichter van het Boeddhisme. (Zie platen) Het historisch bestaan van Boeddha is langen tijd betwist geworden, in het bijzonder door Senart en Kem, die zijn levensverhaal als een zonnemythe interpreteerden. Tegenwoordig wordt zijn bestaan niet meer betwijfeld, al neemt men aan, dat in zijn levensverhaal, zooals het ons bewaard werd, vele mythologische en legendarische karaktertrekken voorkomen.

Ziehier wat men over den historischen Boeddha meent te weten. Hij werd geboren te Kapilawastoe in Nepal, hoofdstad van ’t prinsdom der Sjakya’s. Zijn vader was Sjoeddhodana, zijn moeder Maya, die kort na zijn geboorte stierf. De datum zijner geboorte is onbekend. Daar hij volgens de laatste onderzoekingen (Jacobi) stierf in 486 v. Chr. in den ouderdom van 70 jaar, zou zijn geboortejaar in 656 v. Chr. vallen. Volgens de Japansche geleerden Ebi en Jazan stierf hij in 386 en zou hij dus in 466 geboren zijn.

In overeenstemming met zijn rang werd B. in weelde opgevoed. Jonggehuwd kreeg hij een zoon Rahoela. Onder welke omstandigheden hij aan zijn weelderig leven verzaakte is onbekend. Volgens de legende zou hij tot inkeer gekomen zijn onder den indruk, die een ontmoeting met een grijsaard, een gebrekkige, een doode en een monnik op hem maakte. In den ouderdom van 29 jaar verliet hij het ouderlijk huis en zijn gezin, om in overweging en strenge boetplegingen naar het voorbeeld der yogin’s (fakir’s), een uitweg uit den kringloop der wedergeboorten te zoeken. Ontgoocheld werpt hij echter ten slotte de strenge boetplegingen van zich af en komt dan, zittende onder een vijgeboom, tot het inzicht (bodhi) in het probleem van lijden en verlossing.

Dit inzicht brengt hem de oplossing. Hij weet nu den weg, die voert naar de eeuwige rust van het Nirwana. Na enkele dagen van eenzame overweging gaat hij naar Benares en verkondigt er zijn leer. Veertig jaar lang ijvert hij nu voor zijn nieuwe leer, predikt hij en discussieert hij met zijn tegenstanders.

Zijn twee voornaamste leerlingen waren Saripoetta en Moggalana. Hij stierf te Koesinara (heden Koesjinar). Zijn lijk werd verbrand en zijn assche verdeeld. Men neemt op goede gronden aan, dat de in 1898 bij Piprava gevonden urne met assche, door de erop voorkomende inscriptie aan Boeddha toegeschreven, echt is.

L i t.: A. Hillebrandt, Buddha’s Leben und Lehre (1925); Mainage O.P., Le Bouddhisme (1930). zie Boeddhisme. Bellon.

< >