Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Staatssocialisme

betekenis & definitie

was aanvankelijk een scheldwoord uit het kamp der liberale economie tegen degenen, die met behulp van den staat (sociale en arbeidswetgeving) den socialen en economischen wantoestand wilden verbeteren, die door het individualistisch systeem der 19e eeuw was aangericht. Zelfs dr. A. Kuyper schermde er lustig mee tegen mr.

S. van Houten, toen deze met zijn zoo noodzakelijke Kinderwet (→ Kinderarbeid) in 1874 kwam.Dit s., waarbij door den staat gegeven regelen door staatsambtenaren worden gehandhaafd, was jarenlang het eenig bruikbare en noodzakelijke middel om verbeteringen te voorschijn te roepen en wel tot het tijdstip, dat de vrije maatschappelijke krachten (vakvereeniging en collectieve arbeidsovereenkomst vooral) zóó ontwikkeld zouden zijn, dat zij de taak gedeeltelijk of geheel (publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie) uit de handen van den staat zouden kunnen overnemen.

Dr. A. Kuyper (1901-’05), ds. A. S. Talma (1908-’13), mr.

P. .T. M. Aalberse (1918-’25) hebben als ministers niet veel anders dan dit s. kunnen hanteeren. Het is echter een verwerpelijk stelsel, zoodra de vrije krachten, publiekrechtelijk georganiseerd, in staat zijn tot zelf doen. Veraart.

< >