Uitstekende buis of gooteinde, dienende om het van een dakvlak stroomende water een eindweegs van het gebouw af te voeren en het dan vrij naar beneden te laten loopen. Bij de antieken (Grieken) zijn het gewoonlijk buizen, het einde behandeld als leeuwenkop; in de Gotiek, die het motief veelvuldig toepast, krijgen de s. de gedaante van fantastische mensch- of dierfiguren.
v. Embden.