Men onderscheidt twee soorten: de bessen-s. (Incurvaria capitella) en de frambozen-s. (Lampronia rubiella). De leefwijze van beide komt overeen. De 7 a 8 cm lange rups van den eersten vlinder heeft een kleinen glanzenden zwarten kop en verandert door vervellingen van rood via geelgroen in olijfgroen. De eitjes worden einde Mei begin Juni 2 aan 2 gelegd aan de vruchten van bessestruiken; de daaruit ontstane rupsjes voeden zich met de zaden.
Na een ruststadium in het najaar en den winter, dringen ze in Jan. blad- en bloemknoppen binnen en vreten deze uit om vervolgens in de jonge scheuten over te gaan en ze uit te hollen. De rups van den frambozen-s. is roodachtig en wordt wel roode worm genoemd. De eieren worden hier gelegd in de geopende bloemen en de rupsjes doen gedurende den zomer geen schade. Bestrijding: vóór 15 Febr. bespuiten met 7½ % carbolineum.Lit.: M. v. d. Broek en P. Schenk, Ziekten en Beschadigingen der Tuinbouwgewassen.
v. Schendel.