Onder s. verstaat men binnen het verband van hoofd- of bijzin bepaalde woordgroepen, die door beteekenis of gevoelswaarde bijeen hooren. Deze eenheid komt ook phonetisch tot uitdrukking, omdat de spreekmaten worden voorafgegaan en gevolgd door een kleine pauze, terwijl zulk een woordgroep wordt gezegd alsof de lettergrepen der afzonderlijke woorden één veellettergrepig woord vormden.
I. Meyer.