(ook: Van de Velde en De Campo), Franciscus, theoloog, eerste bisschop van Den Bosch en van Antwerpen. * 1506 te Son bij Eindhoven, ✝ 29 Juni 1576 te Antwerpen. Studeerde en doctoreerde aan de hoogeschool te Leuven, waarna hij prof. werd in de theologie aldaar; trad op in vsch. geloofsprocessen, werd in 1545 mede-inquisiteur en begeleidde bisschop De Croy van Doornik naar het Conc. van Trente Sonnius. (1545-1547).
Als prebendarius aan de kathedraal van Utrecht verbonden, trad hij op als inquisiteur in Zeeland en Friesland. Hij ging naar Trente (Mei 1551-April 1552) als theoloog van Philips II, en publiceerde vsch. geschriften van catechiseerenden aard.
Hij was aanwezig op het Colloquium van Worms (1557) en werd volgend jaar door koning Philips naar Rome afgevaardigd, om aldaar een nieuwe kerkelijke inrichting voor de Nederlanden te bewerken (1559). Op voorstel van koning Philips werd hij bij bulle van 10 Mei 1561 tot eersten bisschop van het nieuwe bisdom Den Bosch benoemd.
Zijn installatie echter baarde moeilijkheden, vooral vanwege het ingekrompen bisdom Luik, en vanwege de abdij Tongerloo, toegewezen tot dotatie van het bisdom; maar eens aanvaard, dwong zijn sterke persoonlijkheid zich op en strekte zijn werkzaamheid zich uit over heel de uitgestrektheid zijner prov., al werd hij enkele maanden verjaagd door den Beeldenstorm. Op 30 Oct. 1569 trad hij in bezit van zijn commende-abdij Tongerloo.
Bij breve van 13 Maart 1570 werd hij overgeplaatst op den bisschopszetel van het nieuwe diocees van Antwerpen. Hij was een van de bezielers van de eerste prov. synoden van Mechelen in 1570 en 1574 en hield zelf diocesane synoden in 1674 en 1576.
Terzelfdertijd bezorgde hij een reeks geschriften dienstig tot catechisatie. Na de uitspattingen van de Spaansche soldaten was hij een der ijverigste leden van de Staten van Brabant, die het terugroepen van het Spaansche leger eischten van Philips en een oproerige houding aannamen.
Hij werd begraven in het koor zijner kathedrale kerk te Antwerpen, terwijl zijn hart overgebracht werd naar zijn Antwerpsche commende-abdij St.
Bernards.
Zijn portret is bewaard in de O. L.
V. kerk van Antwerpen.Lit.: Biogr. Nat. Beige; Nw. Ned. Biogr. Wbk. ; Dict. de Seyn ; Goossens, S. in de pamfletten (1917); Erens, Tongerloo en 's Hertogenbosch (1925). Erens.