Zeer oude techniek voor het maken van → tapijten, waarbij wollen of zijden draden telkens om twee strak gespannen kettingdraden van het weefraam of den weefstoel worden geknoopt. De knoopdraden worden op bepaalde lengten (eenige cm) gesneden en met de hand ingeknoopt.
Aan een tapijt kunnen meerdere werkers(-sters) tegelijk arbeiden. De ingeknoopte draden vormen de pool, terwijl een of meer inslagen tusschen elke rij knoopen de verbinding of het grondweefsel vormen.
Hoe grooter het aantal knoopen op een bepaalde breedte, hoe kostbaarder (naast de waarde van teekening en kleur) het tapijt. S. wordt ook als dameshandwerk beoefend en dan, afgezien van enkele kleine stukken op het weefraam, vnl. op stramien gewerkt.
Overschrijdt de breedte van het werkstuk de breedte van het stramien, dan moet in banen worden gewerkt, die later worden aaneengehecht. Het aantal knoopen is gebonden aan het aantal draden in de breedte van het stramien.J. Rutten.