Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Slöjd

betekenis & definitie

(uitspraak: sjleut; Zweedsch: Slög, = handig, kunstvaardig, bedreven) het als in een werkplaats ingerichte handenarbeid-onderricht voor jongens in Finland en Zweden. Oorspronkelijk werd er onder verstaan het vervaardigen van allerlei huisraad, zonder dat dit eigenlijk gezegd huisindustrie was.

Het wordt dikwijls vertaald door „huisvlijt” of „handenarbeid” ofschoon geen van beide de beteekenis juist weergeeft, terwijl het woord s. zelf zijn beteekenis ook heeft gewijzigd, toen het onderwijs zich met de zaak ging bemoeien. Het eerst geschiedde dit in Denemarken en in Zweden.

Vandaar verbreidde zich de beweging ten gunste van dit nieuwe leervak over andere landen.Men kan bij het slöjdonderwijs drie richtingen onderscheiden, nl.

1° De s. is een afzonderlijk vak van onderwijs, dat geen of weinig verband houdt met de overige leervakken.
2° S. is niet zoo zeer een leervak als wel een leervorm, die men in toepassing brengt bij de leervakken, waar hij diensten kan bewijzen.
3° S. is wel een afzonderlijk leervak, doch de oefeningen worden zoo gekozen, dat zij aan andere leervakken dienstbaar worden gemaakt. De eerste richting vindt men in Nederland het meest; het is een methodisch onderwijs, waarbij men kleine kinderen allerlei dingen van papier en klei, grootere van karton en hout leert maken tot oefening van oog en hand. In sommige landen voegt men er metaalbewerking, glasbewerking enz. bij.

De nieuwste richting in s. is, in het algemeen, het zelfstandig vervaardigen van modellen uit waardeloos materiaal, waarbij verschillende technieken in toepassing worden gebracht bij een bepaald werkstuk, bijv. winkel, poppenhuis enz., waardoor de fantasie ontwikkeld wordt en de zelfwerkzaamheid geprikkeld.

C. Brom.

< >