(Fr.: Saint-Omer)
1° Stad van ca. 18000 inw. in het Fr. dept. Pas-de-Calais. Veelzijdige industrie.
De stad dankt haar ontstaan aan de Maria-Basiliek en het Maria-klooster, door den H. ➝ Audomarus ca. 650 te Sithiu gebouwd. Het klooster werd later een kapittel van kanunniken. In de 10e eeuw kreeg de plaats haar huidigen naam. S. O. maakte deel uit van het graafschap Artois. In 1678 werd de stad door Spanje aan Frankrijk definitief afgestaan.
Lit.: Dom Devienne, Histoire d’Artois jusqu’en 1713 (3 dln. 1784-’87).
2° Bisdom (Saneti Audomari dioecesis), 12 Mei 1559 als suffragaan-bisdom van Kamerijk opgericht, doch pas in 1563 bezet. Samen met Boulogne verving het Terwaan, dat in 1553 verwoest was geworden. Opgeheven in 1801. Het gebied kwam onder jurisdictie van den bisschop van Atrecht.
Lit.: O. Bled, Les évêques de S.O. 1559-1708 (1898 en 1910); Gallia Christiana (III, 470 vlg.).
De Schaepdrijver.