Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Simon Stijl

betekenis & definitie

Ned. letterkundige. * 25 Febr. 1731 te Harlingen, ✝ 24 Mei 1804 aldaar. Studeerde medicijnen, was na de omwenteling van 1796 lid der Nationale Conventie van de Bataafsche Republiek en voorzitter der commissie tot het ontwerpen der staatsregeling, doch geraakte wegens zijn gematigdheid in ongenade en keerde 1797 naar Harlingen terug. Hij interesseerde zich vooral voor de geschiedenis en voor het tooneel. Zijn stijf en deftig proza is sterk verouderd, zijn hoogdravende poëzie is waardeloos geworden, zijn tooneelwerk had nooit veel beteekenis.

Maar zijn Leven van Jan Punt is een aardig werkje; zijn geschiedkundige arbeid heeft verdiensten, en als figuur is hij karakteristiek voor zijn tijd.Voorn. werken: De Vrijer na de kunst (kluchtspel 1754); Krispijn filosoof (kluchtspel, 1754) ; De Mitylenus (treurspel, 1768); De opkomst en bloei der vereenigde Nederlanden (1774) ; Leven van Jan Punt (1785) ; Vredezang bij den aan vang der 19e eeuw (1801); Nagelaten Gedichten (1835); Mengelpoëzij (1837). Asselbergs.

< >