(Lat.) = stilzwijgen; woord, in vele sacristieën ter waarschuwing aangebracht, wijl de Kerk, in aansluiting bij het gebod voor de zgn. reguliere plaatsen in kloosters (eetzaal, kapittelzaal, kerk, kruisgang, sacristie, enz.), wenscht, dat daar het stilzwijgen heersche als in het kerkgebouw zelf. Zie verder → Stilzwijgen.
Louwerse.