Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Siena (divers)

betekenis & definitie

Provincie van het koninkrijk Italië, in het landschap Toscane, 3812 km2 met ca. 260 000 inw. Landbouw: tarwe, olijven, wijn.

2° Hoofdstad der prov. S., ca. 48 000 inw. Bisschopszetel. Universiteit uit de 13e eeuw (juridische en medische faculteit). Industrie (textiel, hoeden, suiker, spiritus, biscuits). S. had in de M. E. een zeer rijke geschiedenis; het bleef tot 1655 een republiek en kwam in 1569 voor goed onder het hertogdom Toscane.

Kunst. Door het vroege verval in beteekenis draagt de stad nog een typisch middeleeuwsch en wel Gotisch karakter.

Bekend is de dom (begonnen 1229), een driebeukige basiliek, gevel van Giovanni Pisano (voltooid 1380) uit rood, wit en zwart marmer met rijk beeldhouwwerk. De klokketoren( campanile) dateert uit de 14e e. Verdere Gotische kerken: S. Francesco (1250-1326) en S. Domenico (1293-1391). In de S.

Giovanni doopvont met beeldhouwwerk van Ghiberti en Donatello. Van de Gotische paleizen verdient vóór alle vermelding het prachtige Palazzo Pubblico (1289-1310) met merkwaardig expressieven toren; het interieur heeft belangrijke muurschilderingen. Daarnaast moeten worden genoemd het Pal. Sansedoni, het Pal. Tolomei (1205), Pal. Saracini, Pal.

Buonsignori, en het Pal. di Giustizia. Renaissance-bouwwerken: Pal. Piccolomini (1469, arch. Rosselino) en Pal. Nerucci, alsmede het Pal. Spanocchi (1473, arch. da Majano).

v. Embden.

< >