Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Seneca

betekenis & definitie

Lucius Annaeus, de Oudere, Romeinsch rhetor en schrijver uit Corduba in Spanje, leefde in Christus’ tijd te Rome; vader van 2°.

Wij bezitten gedeeltelijk zijn Controversiae, uit het geheugen opgeschreven kwasi-pleidooien of Declamationes van vele rhetoren; en zijn Suasoriae of adviezen.

2° Lucius Annaeus, de Jongere, Romeinsch wijsgeer en staatsman, zoon van 1°. * 4 v. Chr. te Corduba, † 65 n. Chr. Door de moeder van Nero tot diens opvoeder benoemd, en in het begin van Nero’s regeering vrij-almachtig minister. Dan in ongenade gevallen en gedwongen tot zelfmoord. Hij schreef ethische tractaten, en dito brieven, en bovendien tooneelstukken. De eenig overgeblevene fabula praetexta der Romeinen, genaamd Octavia, wordt ten onrechte als apocrief beschouwd. Men weet er echter geen ander auteur voor aan te wijzen. Na den dood van keizer Claudius schreef S. tegen hem de zeer bittere satyre Apocolocynthosis. — Zie ook ➝ Seneka’s leren.

Slijpen.

Briefwisseling van Paulus en Seneca, acht apocriefe brieven van Seneca, waarin hij uiting geeft aan zijn bewondering voor de leer van Paulus, maar tevens aanspoort tot het verzorgen van den uiterlijken vorm. Hij betreurt den brand van Rome en de terechtstelling van Christenen en deelt mede, dat hij keizer Nero uit deze brieven heeft voorgelezen. In zes brieven antwoordt Paulus, waarin hij zich verheugd toont over het gunstige oordeel van den wijsgeer, maar hem tevens smeekt, zijn brieven niet meer aan den keizer en de keizerin voor te lezen, omdat hij vreest, dat zij zich aan den inhoud zullen ergeren. Deze brieven werden waarsch. in de 4e e. opgesteld.

Lit.: L. Vouaux, Les Actes de Paul et ses lettres apocryphes (1913); E. Westerburg, Der Ursprung der Sage dass Seneca Christ gewesen sei (1881). Greitemann.

< >