Een verzamelnaam voor verschillende middeleeuwsche bewegingen, die onder invloed van een extreem quietistische en pantheïstische mystiek zich vrij waanden van elken kerklijken band en van de wetten, waardoor de deur voor een ongebonden levenswijze werd opengezet (zie →Broeders en Zusters van den vrijen geest). Het is moeilijk hun geschiedenis te volgen of hun verwantschap met Lollarden, Beguinen (zie →Begijn), Ortlieber, Amalricianen (zie →Amalrik van Bena) e. d. vast te stellen of te ontkennen. Bekende vrijgeesten zijn: Berthold van Rohrbach, Nicolaas van Basel, en in de Noordelijke landen de Augustijn Bartholomeus uit Dordrecht, Gerbrand uit Kampen, Nieuwes uit Gouda. Onzeker is hun samenhang met de Homines intelligentiae, begin 15e e. in de Nederlanden ontstaan, die beweerden rechtstreeks door den H.
Geest verlicht te worden en tot dezelfde excessen kwamen als de Broeders en Zusters van den V.G. Van hen was de stichter en aanvoerder →Aegidius Cantor; misschien behoorde ook →Willem van Hildernisse tot hen. Doch veel in deze onderstroomingen van het middeleeuwsche geestesleven blijft voor ons duister.Lit.: Dict. Theol. Cath. (VI i.v. Frères du Libre Esprit, en VII i.v. Hommes de l’Intelligence); Lindeboom, Stiefkinderen van het Christendom (1929).