Broeders en zusters van den vrijen geest - Geen eigenlijk samenhangende sekte, doch een verzamelnaam voor middeleeuwsche ketters met gemeenschappelijke trekken in hun dwalingen op het gebied der mystiek: pantheïsche leerstellingen en libertijnsche praktijken. Omstreeks 1250 uit Zwaben komend naar den Rijn, verspreidden zij zich ook over de Nederlanden en Noord-Frankrijk.
Heftig werden zij bestreden in woord en geschrift door de beoefenaars der ware mystiek (o.a. trad Joannes Ruysbroeck tegen hen op in Brussel), en meedoogenloos onderdrukt door de Inquisitie.
Lit.: F. Vernet in Dict. Théol. Cath. (VI, 800-809). “Kocken”