Balk, gebruikt als waterkeering, meestal voor tijdelijke doeleinden, bijv. als noodafsluiting van een sluisopening ten behoeve van drooglegging van het sluisgebouw voor herstellingswerkzaamheden. Daartoe bevinden zich in de sluismuren sponningen, waarin men de s. achtereenvolgens laat zakken, totdat de opening geheel is afgesloten.
Ter bevordering van de waterdichtheid past men ook wel twee rijen s. toe. De tusschenruimte, ter breedte van 0,60 m à 1 m, wordt dan met klei gevuld.
Een dgl. keering heet kistdam. S. worden ook wel toegepast als blijvende waterkeering, bijv. in de schotbalkstuw (→ Stuw). Egelie.