Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Schnorr von Carolsfeld

betekenis & definitie

1° Julius, Duitsch schilder en graphisch kunstenaar; vader van 2°. * 26 Maart 1794 te Leipzig, ♱ 24 Mei 1872 te Dresden. Leerling van de academie te Weenen en van J.

A. Koch aldaar.

Sluit zich te Rome aan bij de ➝ Nazareners. Maakte in Italië fraai geteekende landschappen en kleine schilderijtjes.

Werd in 1825 prof.te München; in het Residenzschloss aldaar ontstonden zijn enorme fresco’s met de Nibelungensagen en de geschiedenis van Karel den Grooten, Frederik Barbarossa, enz. Van S.’s schilderijen is beroemd: Luther te Worms (1869, München, Maximilianeum). Deze groote scheppingen zijn krachtiger dan de overbekende 240 houtsneden met bijbelillustraties, die S. in Dresden maakte, waar hij sedert 1846 directeur van het Museum en prof. aan de academie was.

Lit.: H. W. Singer, J. S. v. C. (in: Künstlermonographien 1911). Korevaar-Hesseling.

2° Ludwig, tenor, de eerste Tristanvertolker; zoon van 1°. * 2 Juli 1836 te München, ✝ 21 Juli 1865 te Dresden.

Lit.: R. Wagner, Erinnerungen an S. v. C. (in: Gesammelte Schr. VIII).

< >