1° August, Oostenrijksch-Duitsch literair-historicus, grondlegger van de ethnologisch-geographische methode, door zijn leerling Nadler later uitgewerkt. * 12 Oct. 1855 te Wiener-Neustadt, † 17 Sept. 1926 te Praag, als hoogleeraar.
Voorn. werken: uitgaven van Raimund en Grillparzer; stichter en leider van Euphorion; Reden und Aufsatze (1903); Gesammelte Schriften (1933 vlg.). Lit.: Festschrift für A. S. (1925). Baur.
2° Emil, Duitsch pianovirtuoos. * 8 Oct. 1862 in Hamburg. Leerling van Rubinstein en Liszt, bekend door zijn Chopin- en Liszt-vertolkingen. In 1917 geadeld.
Lit.: Meine Welt (1901, herinneringen).
3° Joseph, Duitsch archaeoloog. * 7 Juni 1872 te Unzhurst (Baden). Hoogleeraar te Freiburg i/B in de patristiek en de Christ. archaeologie. S., die een leerling is van Kraus, beweegt zich vooral op het gebied der Christelijke iconographie.
Werken: Symbolik des Kirchengebaudes (1902); Die altesten Christusbilder (1926); Neues Licht auf dein Gebiet der chr. Archaol. (1928). Sedert 1928 uitgever v. h. Kunstw. Jahrb. der Görres-Gesellschaft.
E. De Waele.