Kerkelijk schrijver. *Ca. 390 waarsch. bij Keulen, ✝na 470 in Marseille. S., zelf Christen, huwde een heidensche vrouw, die hem een dochter schonk.
Na eenigen tijd wist hij zijn vrouw te bekeeren en trok het gezin zich uit de wereldsche omgeving terug in de eenzaamheid van het eiland Lérins. S. werd later priester, stond in hoog aanzien bij abt Honoratus, werd de opvoeder der beide zonen van →Eucherius van Lyon.
S. schreef een groot werk De Gubernatione Dei, ca. 440. Het is een kras antwoord aan hen die twijfelen aan Gods Voorzienigheid wegens de rampen, die het Rijk troffen.
De Romeinen van zijn tijd hebben wel het ware geloof, maar zedelijk staan zij veel lager dan de heidensche of kettersche barbaren. Hun zedeloosheid is de oorzaak van hun ondergang.
Een rondzendbrief aan de Kerk verwijt aan clerus en leeken, dat men zijn plicht verzuimt door zijn geld niet aan de Kerk en de armen te schenken en te vermaken. Andere werken, door Gennadius van Marseille opgesomd, gingen verloren.Uitg.: Migne, Patrol. Lat. (53); Corp. Scr. Eccl. Lat. (8, 1883).
Lit.: Bardenhewer, Gesch. altkirchl. Lit. (IV 1924); O. Janssen O.F.M., L’expressivité chez Salvien de Marseille (= Latinitas Christianorum primaeva fasc. 7, 1937). Franses.