Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Saksisch

betekenis & definitie

De taal der in N.W. Germanië gevestigde Saksen, ten tijde van Karel den Grooten en Lodewijk den Vromen, ons bekend door den ➝Heliand, de Genesis en enkele kleinere bronnen.

Later heet het S. Middel(tot ca. 1600) en Nieuw-Nederduitsch (➝Duitsch).

Grens tusschen S. en ➝Frankisch in het W. is de IJsel. Van het S. moet het ➝Angelsaksisch scherp onderscheiden worden.Lit.: Gallée, Altsächs. Gramm. (21910). Mansion.

< >