1° Stad aan den rechteroever van de Seine, 5 km ten N. van Parijs; beroemd door haar voormalige Benedictijner abdij, welke ca. 650 werd gesticht. Als voornaamste abt moet Suger worden genoemd.
De vroeg-Got. kathedraal diende tot mausoleum van de Fransche koningen. Kooromgang van 1140.De abdij werd in 1789 opgeheven; sinds 1809 is in de gebouwen een meisjes-pensionaat gevestigd.
2° Hoofdstad van ➝ Réunion. Ca. 27 000 inw.
3° (Sint-Denijs) Gem. in de prov. West-Vlaanderen, ten Z.O. van Kortrijk. Opp. 1 660 ha; ca. 3 000 inw. (Kath.). Kleistreek; landbouw. Oude kerk.
4° Gem. in het centrum van de prov. Henegouwen; opp. 480 ha, ca. 1 000 inw.; heuvelachtige omgeving; landbouw, steenkoolmijnen. S.D. werd reeds vermeld in de 8e eeuw; oudheidkundige vondsten; kerk uit de 17e eeuw; welbekende bronnen; ruïnes van oude abdij.
Bij S.D. werd op 14 Aug. 1678 door Willem III een slag tot ontzet van Bergen geleverd met den Franschen bevelhebber Luxembourg. De vrede van Nijmegen was toen reeds vier dagen te voren gesloten, doch het desbetreffende bericht van Van Beverningk aan den Prins is niet aangekomen. Wel wist deze uit een gedrukte dépêche d.d. 10 Aug., dat de vrede zoo goed als verzekerd was. De slag bleef onbeslist, maar de Franschen ontruimden hun stellingen. De gebeurtenis werpt licht op het karakter van den stadhouder (zie Fruin, Verspr. Geschr. IV).
J. D. M. Cornelissen.
5° Gem. in de prov. Namen, ten Z.O. van Gembloers; opp. 901 ha, ca. 750 inw. Landbouw. Merkwaardig: kerktoren, oude hoeve.