Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sailer

betekenis & definitie

1° Johann Michaël, Kath. theoloog. * 17 Nov. 1751 te Aresing bij Schrobenhausen, † 20 Mei 1832 te Regensburg. Was eerst Jezuïet, tot de orde in 1773 werd opgeheven.

Daarna zette hij zijn priesterstudie voort, werd professor te Dillingen tot 1794, besteedde de volgende jaren aan reizen en schrijven, was 1800-’21 professor te Landshut, 1829-’32 bisschop van Regensburg. S. was een der leiders van het verzet tegen Rationalisme en Aufklärung, zoowel in de theologie als in het kerkelijke leven.

Zijn irenische gezindheid en de moeilijke tijdsomstandigheden waarin hij leefde, stemden hem tot mildheid jegens andersdenkenden, hetgeen somwijlen de verdenking van indifferentisme op hem laadde. Doch zijn trouw aan het Kath. geloof en de Kath.

Kerk staat buiten allen twijfel, en zoowel door zijn persoonlijken omgang als door zijn vele ascetische geschriften heeft hij een bijzonderen en gunstigen invloed op zijn tijd en omgeving uitgeoefend.Lit.: Lanz, Bischof S. und seine Zeitgenossen (1932); Lexik. f. Th. u. K. (IX). Pauwels.

2° Sebastian, Norbertijn. * 12 Febr. 1714 te Weissenhorn, † 7 Maart 1777 in Obermarchtal. S. was een kanselredenaar in den trant van Abraham a Sancta Clara; hij liet gewaardeerde ascetische geschriften na, doch wordt vooral vereerd als de vader van de Zwabische dialect-poëzie; in deze taal dichtte hij vsch. tooneelstukken. Th. Heijman.

Lit.: L. Goovaerts, Ecrivains etc. de l’O. de Prémontré (II 1902, 122; III 1907, 178; IV 1909, 301).

< >