A) Anatomie.
R. noemt men dat gedeelte van het centrale zenuwstelsel der gewervelde dieren, dat naar achteren op de hersenen volgt en door de wervelbogen wordt omsloten. Het heeft den vorm van een dikwandige buis, die een nauw r.-kanaal omsluit. Men onderscheidt in het r. de meer naar buiten gelegen witte substantie der geleidende vezels van de daarbinnen gelegen grauwe substantie der zenuwcellen; de laatste vertoont op doorsnee een H-vorm. Tusschen de wervels in treden uit het r. de r.zenuwen, bij den mensch 31 paar; elk daarvan vertoont 2 wortels: een achterste aan de rugzijde, welke gevoelszenuwen bevat, en een voorste aan de buikzijde, die bewegingszenuwen bevat. De achterste wortel verdikt zich tot een spinaalganglion en vereenigt zich vervolgens met den voorste; uit deze kruising der wortels komen gemengde zenuwen voort met beide genoemde vezelsoorten. Hoewel elke wortel vooral zenuwen zendt naar bepaalde spieren en deelen der huid, vindt toch vermenging der banen plaats, zoodat liet uitschakelen van één wortel de functies weinig stoort, omdat de nabijgelegen wortels de taak daarvan overnemen. Verder bestaan verbindingen tusschen groote hersenen en r. door de ➝ pyramidebanen, waardoor de „hoogere controle” mogelijk wordt; het r. hangt samen met het ➝ sympathisch zenuwstelsel door verbindende vezels (rami communicantes), waardoor het invloed op de beweging van darmspieren, bloedbanen e.d. kan uitoefenen.
B) Physiologie
Het r. heeft vooral tot taak de ➝ reflexen of automatische bewegingen van spieren op te wekken, die als gevolg van bepaalde prikkels optreden. Men heeft dit vooral geleerd door het bestudeeren van zgn. r.-dieren (kikker, hond e.a.), waarbij de verbinding tusschen hersenen en r. verbroken is. Deze vertoonen geen spontane bewegingen meer, gedragen zich dus als „reflexautomaat”. Zoo zal een kikker, die aldus werd geopereerd, steeds stil blijven zitten, als geen bijz. prikkels het dier treffen. Wel zullen na uitschakeling der hersenen de r.-reflexen abnormaal sterk tot uiting komen.
Van de regels, die het verloop der r.-reflexen beheerschen, zijn er reeds vele onderzocht. Zoo kan eenzelfde prikkel verschillend effect geven als hij in verschillende sterkte wordt toegepast: een kikkerpoot zal zich bij sterke prikkeling der zool intrekken (beveiliging), bij zwakke prikkeling zich tegen de onderlaag drukken (loopen). Vele reflexen remmen het optreden van andere, zoodat een „strijd der bewegingen” wordt vermeden. Vaak ook treedt een rhythmische beweging op: prikkelen van de huid bij een hond doet de krabbeweging optreden, die een tijdlang voortduurt. Een rol bij het loopen speelt het zgn. spierantagonisme: samentrekking der strekspier in een poot gaat samen met verslapping der buigspier, en omgekeerd. Bovendien is een schakeling aanwezig, waardoor buiging van den linkerpoot (voor of achter) samengaat met strekken van den rechterpoot (voor of achter).
Zoo treden zgn. reflexketens op, die het loopen en andere samengestelde bewegingen mogelijk maken. Het is duidelijk, dat deze en andere regelingen van groot belang zijn voor het leven van het dier.
Lit.: Ihle, Van Kampen e.a., Leerb. der vergel. Ontleedkunde v.d. Vertebraten (I 1924, 81 en 133 vlg.); R. S. Creed, D. Denny-Brown e.a., Reflex Activity of the Spinal Cord (1932); F.
W. Fröhlich, in: Handwörterb. der Naturwiss. (VIII 21933, 8. v. Rückenmark).
M. Bruna.
C) Ziekten
Myelitis of ontsteking van het r. komt vrij veelvuldig voor. Zij gaat gepaard met verlammingen en gevoelsstoringen, wier uitbreiding afhankelijk is van de plaats, waar de ontstekingshaard in het r. gelegen is. Men onderscheidt een M. transversa, een volledige dwarslaesie met verlamming van alles wat lager geïnnerveerd wordt, en een M. disseminata, waarbij de haarden verstrooid liggen over het geheele ruggemerg.
Myelodysplasie, onvolledige ontwikkeling van het ruggemerg, o.a. met als klinische verschijnselen afwijkingen van den voetvorm: hol- of platvoet, vergroeide teenen, soms reflex-anomalieën, o.a. aan de Achillespees. Daarnaast kunnen ook locale misvormingen in het sacrale lichaamsdeel, bijv. hvpertrichosis, voorkomen. M. gaat vaak samen met spina bifida cystica of occulta. Ook sommige gevallen van bedwateren zouden op een aanlegfout in het onderste deel van het ruggemerg berusten.
Klessens.
Gepubliceerd op 14-10-2019
Ruggemerg
betekenis & definitie