1° Jan van, portretschilder. * Ca. 1570 te Den Haag, ✝ 1657 aldaar. Waarsch. leerling van Mierevelt.
In zijn tijd zeer geacht en met opdrachten overladen, o.a. van de Oranjes. Zijn portretten zijn eerlijk en zorgvuldig in afwerking.
Zijn kunst is echt gezond, maar heeft iets provinciaals. Lit.: v.
Wurzbach, Niederl. Künstlerlex.
Schretlen2° (Ook: Tiletanus) Joost van, controversist-theoloog. * Ca. 1506 te Tielt, ✝ 7 Febr. 1570 te Leuven. In 1551 vertegenwoordigde hij de hoogeschool te Trente, samen met Ruard Tapper, Leonard vander Eycken en Vulmar Bemaerts, was in 1557 op het Colloquium te Worms, leidde het onderzoek over het geschil van Michael → Bajus, en publiceerde in 1567 een verweerschrift tegen de Lutheranen, die te Antwerpen een gemeenschap trachtten te stichten. Erens
Lit.: Biogr. Nat. Beige; Lex. f. Theol. u. Kirche.