Letterlijk: de techniek, welke zich bezighoudt met de toepassing der stralingsverschijnselen. In het spraakgebruik wordt hieronder in engeren zin verstaan de techniek der draadlooze telegraphie, telephonie, beeldoverdraging e.d.
De r. gebruikt op het oogenblik voor de overdracht tusschen zender en ontvanger golven, welker lengte wisselt van enkele cm. tot vele km. De reikwijdte kan tegenw. zeer ver opgevoerd worden.
Men heeft bij de signalen van kortegolf stations vastgesteld, dat zij meerdere malen rond den aardomtrek loopen. Als eigenl. uitvinder van de draadlooze telegraphie of radiotelegraphie geldt algemeen G.
Marconi, die 1896 te Bologna zijn eerste demonstraties hield over enkele km afstand. Eigenlijk maakte Marconi voor een belangrijk deel gebruik van vroegere vindingen, die hij deels samenvoegde, deels vervolmaakte en wel door toepassing van de antenne als uitstraalsysteem voor de energie.Van de voorloopers, wier werk door Marconi werd toegepast, mogen genoemd worden: Heinrich Hertz, die 1888-’91 proeven deed met door middel van vonkontladingen voortgebrachte aethertrillingen, met het doel hierdoor het proefondervindelijk bewijs van Maxwell’s stralingstheorie te leveren. Branly, die de coherer uitvond, bestaande uit metaalvijlsel tusschen twee metalen electroden, dat bij doorgang van een electrischen stroom geleidend wordt. De uitvinding van Hertz was het fundamenteele onderdeel van den zender, die van Branly dat van den ontvanger.
Tot omstreeks 1914 bleef de r. zich nu snel ontwikkelen op de door Marconi aangegeven lijnen, d.w.z. onder toepassing van den zgn. vonkzender. Vsch. systemen ontwikkelden zich, zooals knalvonken, fluitvonken enz. De ontvangers werden verbeterd door gevoelige detectoren, bijv. electrolytische en kristaldetectoren. Ook het theoretisch inzicht omtrent resonantie-verschijnselen bij afgestemde kringen werd verdiept. Een groote omwenteling en daarmede de enorme ontwikkeling, die wij tegenw. kennen, bracht de → radiolamp, de triode, de diode enz. Hierdoor werd het mogelijk, om practisch bruikbare ongedempte zenders te bouwen, alsmede over te gaan tot toepassing van kortegolf zenders, telephonie, beeldtelegraphie, versterkers, enz.
De radiolamp werd ongeveer gelijktijdig (1906) uitgevonden in Amerika door Lee de Forest, in Eng. door Fleming en in Duitschland door von Lieben. Reeds in den Wereldoorlog vond zij bij de verbindingsafd. der diverse legers ruime toepassing. Een van de gewichtigste toepassingen vindt de lamp in de zgn. versterkers, die wederom toepassing vinden op schier ieder gebied in de r. en ook daarbuiten op vele gebieden, zooals telephonie, onderwatersignalen, meetsystemen, enz. De r. heeft tegenw. als voornaamste toepassingsgebieden, in chronologische volgorde genoemd:
1° Scheepsverbindingen met den wal.
2° Verbinding tusschen landstations, waar zij op overzeesche trajecten den kabel geheel dreigt te verdringen.
3° Militaire stations voor verbinding van legerafd.
4° Luchtvaartstations, te verdeelen in grondstations en vliegtuigstations. Deze dienen vnl. voor het doorgeven van diensten navigatie-berichten aan de vliegtuigen alsmede aanen afmeldingen van vliegtuigen tusschen op de vliegvelden geplaatste grondstations. 5° Peilstations, welke dienen ter draadlooze plaatsbepaling van schepen en luchtvaartuigen.
6° Omroepzenders en ontvangers. Dubois.