Wortelend in de Luchtvaartwet, omvat:
a) de wisseling van berichten tusschen de luchtvaartterreinen, o.m. verzending van telegrammen van vertrek, aankomst en annuleering en boekingsberichten (Verkeersdienst),
b) De wisseling van berichten tusschen luchtvaartuigen onderling en met landstations, ter verzekering van veiligheid en regelmaat van het luchtverkeer (Luchtvaartuigendienst), alsmede het verstrekken van gegevens aan luchtvaartuigen omtrent hun positie en den te volgen koers (Radiopeildienst). Vliegende met grondzicht melden de boordradiotelegrafisten het overvliegen van bepaalde meldingspunten; zonder grondzicht wordt gevlogen volgens de radiobakenlijn op de luchtroute van het eene vliegveld naar het andere, of wel op gegevens, door radiopeilstations in den internationalen q-code (alle seinen beginnen met q en bestaan uit 3 letters) verstrekt. Bij mist of nevel treden de mistvoorschriften in werking (sein „q b i”) en wordt geland op → radiobakens; → Radiokompas; → Radiovuurtoren; → Luchtweglichten.
c) Het verstrekken van weerbericht ten dienste van het luchtverkeer (Weerberichtendienst). Het opstellen geschiedt naar waarnemingen van landstations en lichtschepen, welke ten hoogste tien minuten vóór dien tijd worden aangevangen, op vaste, in den M. G. T. aangegeven tijdstippen. De uitzending geschiedt in den internationalen weerberichtencode (→ Weerbericht). Verder worden ook beperkte luchtvaartberichten uitgezonden, waarvoor de waarnemingen op elk willekeurig tijdstip kunnen worden gedaan, ook verstrekken sommige luchtlijnen berichten over de weersgesteldheid, welke gedurende de eerstvolgende uren in het gebied van de betrokken luchtlijn verwacht wordt.