of Symbolum Athanasianum, uitgebreide geloofsbelijdenis, die in twee deelen de geheele Triniteitsleer en Christologie helder uiteenzet. Zeker sinds de 9e eeuw werd het aan St.
Athanasius toegeschreven. Het is echter zeker niet van den Kerkleeraar.
Over den oorsprong wordt nog steeds gestreden; feit is, dat men bij tal van schrijvers vanaf Ambrosius, vooral ook bij Augustinus, wendingen vindt, die meer of minder letterlijk met het Q. overeenkomen. Onlangs is krachtig het auteurschap van St.
Ambrosius bepleit (door P. Schepens S.J.) en men kan dit o.i. veilig vasthouden, totdat eventueel bewijs van het tegendeel zou worden geleverd.
Hoogstwaarschijnlijk heeft Ambrosius het ca. 386 samengesteld.Uit de parallellen bij Augustinus, Quodvultdeus, Fulgentius, Caesarius, kan men dan opmaken, dat het aanstonds hoog gewaardeerd werd. Op een Concilie van Autun in 670 worden de geestelijken verplicht het te leeren; in de M.E. verschenen er vsch. commentaren op. Zelfs Luther vroeg zich af, of er na de Apostelen wel iets zoo belangrijks geschreven was als het Q. En de Anglicanen namen het op in het Book of Common Prayer.
Reeds heel vroeg werd het Q. in de liturgie gebruikt, waarsch. het eerst in Milaan. Tegenwoordig is het reciteeren van het Q. nog voorgeschreven in de Prime van de Dominicae minores, als er geen commemoratie is van een festum duplex. Lit.: Tixeront, in: Dict. Théol. Cath. (I, s. v. Athanase, 2°); Bardenhewer, Gesch. altkirchl. Lit. (III 21923); Schepens S.
J., in: Rev. Hist. Eccl. (32 1936).
Franses.