treedt op bij niet-geleidende mineralen ten gevolge van verwarming. Kristallen met meer dan één symmetrie-as vertoonen p. alleen bij ongelijkmatige verwarmingen, zulke met polaire assen echter ook bij gelijkmatige verwarming.
In het eerste geval vertoonen beide einden van gelijkwaardige assen gelijksoortige lading, terzijde van de as treedt tegengestelde lading op. Bij polaire assen worden de beide einden van de symmetrie-as tegengesteld geladen.
Bij afkoeling treedt de tegengestelde ladingsverdeeling op. De pool, die bij verwarming positief wordt, is de electrisch analoge, de andere de electrisch antiloge pool.
Dgl. verschijnselen treden op bij ongelijkmatige samendrukking: piëzo-electriciteit. De analoge pool wordt dan negatief, de antiloge positief.
Ook hier treedt bij ophouden van den druk een tegengestelde ladingsverdeeling in. Omgekeerd, wanneer een zgn. piëzo-kristal op juiste wijze in een electrisch veld wordt gebracht, werkt dit veld als een druk of trek en verandert het kristal van lengte.
Is het veld een wisselveld, dan begint het kristal te trillen en bij juist gekozen frequentie (zgn. resonantie-frequentie) van het veld kan het kristal zelfs springen. Bij deze frequentie zijn omgekeerd de opgewekte ladingen zoo groot, dat het verdunde gas, waarin het kristal opgesteld wordt, begint te lichten in de nabijheid der kristalplaatsen met groote lading (glimontlading in het gas).
Dit verschijnsel wordt toegepast om de frequentie van het wisselveld nauwkeurig te meten (radio-golven), zoodat het kristal (in het bijzonder wordt kristallijn kwarts gebruikt) als frequentie- of golflengtestandaard dienst doet. Vooral bij kwarts en toermalijn zijn deze verschijnselen waargenomen. Jong/J.
Custers.