Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Praktizijns

betekenis & definitie

In Ned. in de oorspr. beteekenis rechtsgeleerden, die aan partijen hun diensten bewijzen bij het voeren van een proces. Men had twee soorten p.: procureurs en advocaten, die beide pleidooien konden houden.

Practisch is sinds 1879 het verschil tusschen hen gering. Hun rechten en verplichtingen worden geregeld in het zgn.

Reglement nr. III (K.B. van 14 Sept, 1838, Stbl. 36).

Tegenwoordig verstaat men onder p. niet-academisch gevormde adviseurs (zgn. zaakwaarnemers).

< >