Het vormen van gaten in een metalen plaat door met kracht een stalen stempel door de plaat heen te drukken, waarbij dan de plaat komt te rusten op een ijzeren blok, waarin een bij den stempel passend gat is uitgespaard. Tegenwoordig is het p. van gaten in constructie-ijzer verboden, aangezien het ijzer rondom een geponst gat ernstig beschadigd wordt; de gaten worden thans uitsluitend geboord.
De beeldhouwer gebruikt stalen ponsen van verschillenden vorm (bijv. meer of minder puntig) om drijfwerk in koper uit te voeren. Hier is p. dus niet het slaan van gaten, maar het indrukken of uitduwen van het metaal.
Het woord p. wordt tegenwoordig ook gebruikt voor het maken van gaatjes in karton of papier met behulp van speciale toestellen. Doel o.a. gemakkelijk opbergen van het geponste materiaal of voor verdere behandeling op speciale machines [zetmachines, boekhoudmachines (→ Ponskaartensvsteem)].