Pierre Haultin - ✝ 1580 te Parijs, uitvinder van een notendruk-methode, waarbij aan elke noot stukjes van den notenbalk vastzaten en door het naast elkaar plaatsen van die typen een muziekstuk ineens gedrukt kon worden, wat door de uitgeverij Attaignant in Parijs in practijk gebracht werd, zulks in tegenstelling tot de uitgeverij Petrucci te Venetië, die eerst de lijnen en daarna de noten drukte. Reeser Haupt
1° Albrecht, Duitsch architect; * 18 Maart 1852 te Büdingen. Stichter van den Bund Deutscher Architekten. Bouwde openbare gebouwen, Prot. kerken en woonhuizen. Verrichtte restauraties (Leibnizhaus te Hannover). Vele belangrijke bouwkundig-historische publicaties.
2° Moritz, Klass. philoloog en Germanist; * 27 Juli 1801 te Zittau (in Saksen), ✝ 5 Februari 1874 te Berlijn. Man van strenge methode en ijzeren werkkracht, was hij noch voor zichzelf, noch voor anderen gemakkelijk. In 1841 prof. in de Germanistiek te Leipzig, in 1851 om politieke redenen (als ’48er) geschorst, in 1853 opvolger van Lachmaim als prof. in Klass. philol. te Berlijn. Naast vele uitg. van Oud-Duitsche en Klass. dichters leidde hij met Hofmann v. Fallersleben de Altdeutsche Blätter (sinds 1836), in 1841 omgezet in: Zeitschrift für deutsches Altertum. In 1866 richtte hij met Hercher e.a. Hennes op. Zijn Opuscula zijn uitgegeven door U. v. Wilamowitz-Moellendorf (3 dln., 1875 vlg.). Zr. Agnes
Lit.: C. Beiger, M. H. als akadem. Lehrer (1879).
3° Paul, Oriëntalist, prof. in de Semietische talen aan de univ. van Baltimore; * 1858, ✝ 1926.
Werken: o.a. Der keilinschriftliche Sintflutbericht (1881); Die akkadische Sprache (1883); Koheleth oder Weltschmerz in der Bibel (1905); Manna, Nectar and Ambrosia (1922).