Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Philippus Wielant

betekenis & definitie

Ned. rechtsgeleerde. * 1440 te Gent, ♱ 1520. W. studeerde te Leuven. Gehuwd met Johanna van Halewijn (1473). Raadsheer in het parlement van Mechelen, raadsheer in den Grooten Raad van Mechelen (1504), voorts o.m. burgemeester van het Brugsche Vrije.

W. werd herhaaldelijk belast met onderzoek in geschillen; zoo kwam hij o.a. te Haarlem, Sluis, Alkmaar, Leiden, Middelburg, Den Haag. Zie ook → Damhouder.Werken: Tractaet van den Leenrechten (1492) ; Instructie voor de stad Haarlem (begin 16e eeuw); Corte instructie omme jonghe practisienen in materie criminele (idem) ; Corte instructie omme jonghe practisienen in materie civile (idem). Lit.: H. P. Schaap, Ph. W. (diss., Groningen 1927). Hermesdorf.

< >