(< Lat. percutere =-kloppen), een veel door den medicus toegepaste onderzoekmethode, waarmede hij met behulp van den door kloppen opgewekten toon een indruk tracht te krijgen over de mate van luchthoudendheid van het te onderzoeken orgaan, alsook van de afgrenzing van luchten niet luchthoudende organen ten opzichte van elkaar. Ze wordt vooral veel toegepast bij de diagnostiek der longafwijkingen. Door zeer zacht te kloppen kan men met de (vinger-) percussie ook een indruk trachten te krijgen van den weerstand van het te onderzoeken orgaan en men spreekt dan van → palpatie. Bij p. van de gezonde long verneemt men een helderen toon.
Is er bijv. ontsteking in de long, dan wordt de toon dof en spreekt men van demping. Wynands.