1° Adriaan, ridder, heer van Heemstede, raadpensionaris van Holland. * 1 Nov. 1585 te Amsterdam, ♱ 21 Febr. 1653. Op 26-jarigen leeftijd pensionaris van Amsterdam, in 1619 curator van de Leidsche univ., gezant naar Frankrijk, Engeland, Denemarken, Duitsche staten. Op 12 April 1631 voor vijf jaren tot raadpensionaris van Holland benoemd. Als voorstander van een goeden vrede met Spanje in 1633 had hij den prins en de meerderheid der Staten-Generaal tegen zich.
Onder den schoonen schijn van een ambassade naar Parijs werd hij nu uit de binnenl. politiek weggewerkt en zijn terugkeer verhinderd. P. vroeg dan ook Maart 1636 ontslag als raadpensionaris en werd vervangen door den zooveel volgzamer Jacob Cats. Na diens dood werd P. op 27 Sept. 1651 wederom tot raadpensionaris verkozen.J.D. M. Cornelissen.
2° Baron Napoleon de, Vlaamsch taal-en geschiedkundige. * 26 Sept. 1835 te Gent, ♱ 9 April 1922 aldaar. Doctor in de rechten, advocaat-generaal (1886), dan procureur-generaal (1902) bij het Beroepshof te Gent, lid van de Kon. VI. Acad. Leverde bijdragen over nationale gesch. en bezorgde Middelned. tekstuitgaven.
Werken: uitg. v. Madelghijs’ Kintsheit (1889) ; Die Istory van Troyen van J. van Maerlant (met E. Gaillard, 5 dln. 1889-’92); Middelned. Gedichten en Fragmenten (I-III 1893-’97, IV 1914); Jehan Froissart’s Cronycke van Vlaenderen (4 dln. 1898-1909); Ypre jeghen Poperinghe (1899); Bouc van der Audiencie (2 dln. 1901-’03) ; Cartulaire hist. et généal. des Artevelde (1920). — Lit. : L. Willems (in Jaarb. Kon. VI. Acad., 1935). A. Boon.
3° Petrus Jacobus de, theologant. * 9 Juli 1727 te Thourout, ♱ 19 Sept. 1810 tijdens een reis naar Parijs. Invloedrijk secretaris en vicaris-generaal van bisschop Caimo te Brugge. Ziel der oppositie tegen Jozef II voor de zaak van het seminarium generale te Leuven. Tijdens de Fr. Revolutie gevangen genomen. In 1810 wilde Napoleon hem benoemen tot bisschop van Den Bosch. Valvekens.