1° Zoon van → Cleombrotus, sinds 479 v. Chr. regent van den jeugdigen Spartaanschen troonopvolger Pleistarchus; aanvoerder der Grieken te Plataeae (479); leidde de Gr. vloot tegen Cyprus en Byzantium om de zee te zuiveren van de Perzen; heerschte daarna oppermachtig in Byzantium, waaruit → Cimon hem verdreef; werd er ten slotte van beschuldigd met de Perzen te heulen en, in Sparta veroordeeld, stierf hij in den tempel, waarheen hij gevlucht was (468 v. Chr.).
2° Zoon van den Spartaanschen koning Pleistoanax, zelf koning van 408 tot 394 v. Chr. ; kleinzoon van 1°. Na herhaalde belegering bevrijdde P. Athene van de oligarchie der Dertig (403); na een mislukten tocht in Boeotië, aangeklaagd en verbannen.
3° Oud-Grieksch historicus en archaeoloog, schreef ca. 170 na Chr. een reisbeschrijving (periègèsis) van Griekenland, waarin een schat van gegevens van kunsthistorischen, mythologischen, folkloristischen en ook historischen aard, geput uit eigen onderzoek of uit oudere bronnen, verwerkt zijn.
Uitg.: d. Frazer (6 dln. 21913, met Eng. vert. en comm.). V. Pottelbergh.