1° Regentschap van de afd. Madoera in de prov. Oost-Java; opp. 2 030 km2, 826 734 inw. (eind 1930), w.o. 395 Eur., 1 435 Chin. en 795 andere Vreemde Oosterlingen; Inheemsche bevolking Madoereesch; taal Madoereesch. P. is geheel vlakte tot heuvelland, droog en warm.
Maïs is de belangrijkste volkscultuur; op de heuvels sinaasappelen (djeroeks). Veeteelt en vischvangst zijn van belang. Het aantal emigranten naar Oost-Java is groot.2° Hoofdplaats van het gelijknamige regentschap en district; 13 403 inw. (eind 1930), w.o. 269 Eur., 668 Chin. en 608 andere Vreemde Oosterlingen. Bedrijvige plaats met drukke markt; warm, doch niet ongezond. Statie van de pp. Carmelieten met klooster der Zusters v.h. Kostbaar Bloed. Brokx.