Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Oudervoogdij

betekenis & definitie

Ned. recht. Ieder minderjarig kind, niet staande onder ouderlijke macht, staat onder voogdij behoudens meerderjarigyerklaring of huwelijk. De langstlevende der ouders is van rechtswege voogd over de minderjarige kinderen, tenzij ontheven of ontzet. Na ontbinding van het huwelijk der ouders anders dan door den dood (echtscheiding) bepaalt de rechtbank, wie der ouders de voogdij zal uitoefenen.

Hertrouwen gescheiden ouders, dan herleeft de ouderlijke macht. Wanneer dus één der ouders belast is met de voogdij, noemt men dat oudervoogdij (Ned. B.W. art. 385 vlg.). In iedere voogdij is slechts één voogd, behoudens, wanneer de moeder-voogdesse tot een huwelijk overgaat, in welk geval haar man mede-voogd wordt, gedurende dat huwelijk.Belgisch recht. In België bestaat geen voogdij, zoolang de twee ouders leven; in geval van echtscheiding worden de kinderen toevertrouwd aan den echtgenoot, die de echtscheiding bekomen heeft, tenzij het meerder belang van de kinderen een andere regeling eischt (B. W. art. 302). Wie ook de persoon zij aan wien de kinderen worden toevertrouwd, toch behouden de vader en de moeder onderscheidenlijk het recht om over de opvoeding en het onderhoud der kinderen te waken.

Voor de voogdij over natuurlijke kinderen, onderscheidenlijk in Ned. en België, zie → Erkenning (sub C).

< >