1° In Z. Afrika, naam van den Hollandschen eigenaar op een boerenhoeve aldaar.
De oudste zoon van den o. droeg den naam van baas.2° Bij de verkenners wordt de naam o. gebruikt als titel voor den voortrekkersleider, de naam baas voor diens assistent. Deze benaming is ontstaan in combinatie met de benaming van voortrekker voor den padvinder boven de 17 jaar. Toen Baden-Powell den ouderen jongens een vervolg op het verkennen voor jongens wilde geven, gaf hij hun den naam roverscouts. Er is in Nederland gepleit dezen naam te vertalen met zwervers, een naam, die verschillende oudere voortrekkersgroepen nog dragen. Omdat de naam „zwerver” iets onzekers, doelloos, passiefs suggereerde, werd de naam „voortrekker” overgenomen van de Zuid-Afrikaansche Boeren, die de Oranjerivier overtrokken om hun onafhankelijk bestaan voort te zetten. Toen deze naam eenmaal gekozen was en de ZuidAfrikaansche pionier als een voorbeeld van doelbewuste persoonlijkheid aan den Nederlandschen jongeman was voorgesteld, lag het voor de hand, dat voor het minder fraaie voortrekkersleider ook het ZuidAfrikaansche o. werd gekozen, dat beter de taak van vertrouwelijken raadgever uitdrukt dan de naam voortrekkersleider. Ramselaar.