Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Oranjeschil

betekenis & definitie

De beide buitenste lagen der rijpe vrucht van Citrus vulgaris, in vier, bijna ellipsvormige stukken verdeeld, of van C. aurantium, in lintvormige stukken, die gedroogd in den handel komen en gebruikt worden in de chocolaterie, voor likeuren jambereiding e.d. In de geneeskunde worden de eerste gebruikt o.a. ter bereiding van oranjeschilstroop, een bruine, aromatisch bittere stroop, die verkregen wordt door o., van het wit ontdaan, met water te percoleeren en in het percolatievocht suiker op te lossen, en oranjeschiltinctuur, een rood-bruingele aromatische tinctuur, verkregen door o. met spiritus te macereeren.

Oranjeschilolie is een kleurlooze of lichtgele, zwak bittere vluchtige olie, uit versche o. door persen bereid. 1 000 vruchten geven ca. 450 gram olie; de helft van de wereldproductie is afkomstig van Italië, de rest uit Calabrië, Spanje, Ver. Staten en Jamaica. S.g. is 0,845-0,860. Distilleert tusschen 175 en 180° C over. Bestanddeelen: ca. 90% limoneen, verder decylaldehyde, nonylalcohol, linalool.terpineol en caprylzuur.

Lit.: Comm. Ned. Pharm. (III *1926). Hillen.

< >