is de leer, dat deze wereld zooals zij feitelijk is, de beste is, die God had kunnen scheppen. Verwerpelijk is een absoluut o., dat beweert, dat God niet in staat is een betere wereld te scheppen; immers er is iets beters denkbaar en aan Gods oneindige macht wordt te kort gedaan, wanneer men zegt, dat Hij dat betere niet tot stand had kunnen brengen. Absoluut o. wordt o.a. verdedigd door Plato, de Stoïcijnen, Leibniz en Rousseau. Niet verwerpelijk is het relatief o., dat leert, dat de feitelijke wereld de beste is, wanneer men haar beschouwt met betrekking tot Gods bedoelingen, die er immers volmaakt in verwerkelijkt worden.
Dit relatief o. sluit zelfs het kwaad in de -wereld niet uit, daar dit door God in zijn plan is opgenomen.Lit.: vgl. dogmatische handboeken (traktaat over de Schepping). v. d. Putte.