(mijnbouw). Bij ontginning van erts- of kolenlagen zullen soms eenige lagen niet door → steengangen (ontsluitingswegen) gesneden worden. Ten einde ook deze in het ontginningsproces te betrekken, wordt vanuit de onderste steengang loodrecht naar boven een schacht uitgeschoten, die deze lagen ontsluit. Dit is een opbraak.
Een o. wordt steeds van onder naar boven gedreven. Vaak wordt een o. verkozen boven een → remhelling, wegens de hoogere transportprestaties en korteren ventilatieweg. Zie ook → Mijn. te Poel.