Heterochthone Ned. taalgroep, eerder een sociale taalgroep dan een dialect te noemen. Valt uiteen in twee groepen:
1° Het gecreoliseerde Nederlandsch der Sinjo’s en Nonna’s. Zie → Indo-Nederlandsch.
2° → Europeanen-Indisch of Indisch-Nederlandsch.
Lit.: J. van Ginneken, Handb. der Ned. Taal (I 21928).