Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Ontbossching

betekenis & definitie

Het vellen van bosch op groote schaal, zonder dat tevens tot herbebossching wordt overgegaan. Soms geschiedt de o. alleen voor houtwinning, soms om den grond te kunnen bestemmen voor den landbouw. De geschiedenis heeft geleerd, dat o. op groote schaal voor uitgestrekte gebieden fatale gevolgen kan hebben. Door het verdwijnen van het bosch houdt de veelzijdige invloed daarvan op de natuur op te werken.

Ofschoon het vraagstuk van de juiste mate dezer inwerking nog lang niet is opgelost, staat het toch vast, dat het bosch op temperatuur, luchtvochtigheid, regenhoeveelheid, wind, hagelvorming e.d. invloed uitoefent. Van veel belang is ook de waterregelende werking, vooral in bergstreken en wellicht nog meer de mechanische werking door het vasthouden van den bovengrond. O. brengt afspoeling en afschuiving teweeg, afzetting van onvruchtbaar zand en steenen in de dalen, overstroomingen, lawines. In de meeste bergstreken moeten jaarlijks groote sommen worden besteed om de gevolgen van o. tegen te gaan door kunstmatige verdedigingswerken.

Ook in vlakke landen kan o. gevaar meebrengen, vnl. bij lichte gronden, in verband met verstuiving van zeeduinen en zandverstuivingen. Ned. en België hebben dan ook maatregelen getroffen tot behoud en bescherming van de bosschen. ➝ Boschwet. Sprangers.

< >