Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Onderstroomingstheorieën

betekenis & definitie

Theorieën ter verklaring van de → gebergtevorming, die uitgaan van stroomingen in de magma-zone (pyrosfeer) onder de vaste aardkorst. Men denkt deze daarbij plastisch tegenover langzaam werkende krachten. Meestal vat men deze stroomingen op als convectie-stroomingen, ontstaan door de sterkere verhitting van het magma onder de continenten, wier gesteenten betrekkelijk rijk zijn aan radioactieve mineralen, waarvan het uiteenvallen een sterke warmte-ontwikkeling veroorzaakt (Holmes). Deze stroomingen zijn onder de continenten opwaarts en naar buiten gericht, onder den oceaan omlaag.

In den laatsten tijd meent prof. Vening Meinesz hiervan een bevestiging gevonden te hebben in de zwaartekrachtsmetingen aan boord van de onderzeebooten K XIII en K XVIII (→ Zwaartekrachtsonderzoek). De groote moeilijkheid is, hoe te verklaren, dat de stroomingen in het magma de korst meevoeren, en of ze daartoe sterk genoeg zijn. Toch zoeken velen tegenw. in deze theorieën, die door Ampferer en Schwinn er het eerst geopperd zijn, de verklaring der gebergtevorming. Jong.Lit.: B. G. Escher, Alg. Geologie (41934, 442 vlg).

< >