Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Oedipus

betekenis & definitie

(Gr. mythologie), zoon van den Thebaanschen koning Laius en Iocaste, kleinzoon van Labdacus. Oedipus beteekent zwelvoet.

Hij werd namelijk met doorboorde voeten te vondeling gelegd op den berg Cithaeron. Door een herder gevonden, werd hij door Polybus, koning van Corinthe, opgevoed.

Op zoek naar zijn ouders, doodde hij, zonder het te vermoeden, zijn vader. Later bevrijdde hij Thebe van de plaag van de Sphinx en kreeg voor belooning de hand van koningin Iocaste.

Hij huwde dus onbewust zijn eigen moeder. Van haar kreeg hij twee zoons, Eteocles en Polynices, en twee dochters, Antigone en Ismene.

Als de ware toestand blijkt, steekt hij in wanhoop zijn oogen uit en gaat hij met Antigone naar Attica, waar hij op den heuvel Colonus op geheimzinnige wijze den dood vindt.De figuur van O. is in heel de wereldliteratuur behandeld. Treurspelen van: Aeschylus (De Zeven tegen Thebe); Sophocles (Koning Oedipus, O. te Colonus); Euripides, Seneca, Hans Sachs, Platen, Prellwitz, Hoffmansthal, Voltaire, A. Gide.

In de M.E. vindt men het O.-motief behandeld door Hartmann von Aue. In de muziek door Strawinskij (oratorium Oedipus rex, 1927).

Lit.: C. Robert, O. (2 dln. 1915). Weijermans.

< >