[Lat., = Laat nu gaan (Uw dienstknecht, Heer, in vrede)], aanvangswoorden en benaming van den lofzang door den H. grijsaard Simeon gebeden bij de opdracht van Jesus in den tempel (Lc.2.29-32). Reeds ca. 400 als avondgebed gebruikt in het Oosten, nam het Westen (Rome) het ca. 800 in het koorgebed (→ Completen) op.
Sinds de M.E. wordt het ook gezongen onder het uitreiken der kaarsen op Maria-Lichtmis. Louwerse.