Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Nous

betekenis & definitie

(Gr., = verstand, geest), begrip uit de Grieksche wijsbegeerte. Bij Anaxagoras is de n. het ordenend beginsel in het heelal, het princiep van leven, zintuiglijkheid en denken, van de rest van den kosmos onderscheiden.

Bij Aristoteles is de n. het (waarsch. bovenindividueele) beginsel der verstandelijke kennis in den mensch, onderscheiden in n. poiètikos (actueel, handelend verstand), dat de abstractie uit de zintuiglijke waarneming tot stand brengt, en n. pathètikos (potentieel, lijdend verstand), het eigenlijke kenvermogen. Bij Plotinus en het Neo-Platonisme is de N. de eerste Emanatie uit het Eéne, de denkende gedachte, waarin subject en object, zijn en denken samenvallen.

In hem zijn de ideeën, die de eenige ware werkelijkheid uitmaken. De mensch bezit als afstraling van den hoogsten N. een eigen n., die door verlichting het verstandelijk kennen van de ziel mogelijk maakt.Lit.: F. Sassen, Wijsbeg. der Grieken en Romeinen (21932).

F. Sassen.

< >